In de nood van een ander komt het beste in de mens naar boven.
Dat is toch wel de meest prachtige zin die vandaag in me naar boven is gekomen. Ik zei van de week dat ik een saai leven had met mijn nieuwe baan. Vandaag is dat al ontkracht. We waren bij de eerste cliënt toen het misging. Door een stommiteit van mij (ik had een tas aan de rolstoellift gehangen zodat de cliënten er niet aan konden komen) is de lift naar beneden geklapt op het hoofd van de chauffeur. Geen kwade opzet, zelfs met de beste bedoelingen, maar de gevolgen waren een gewonde chauffeur. Gelukkig heb ik het goed kunnen maken, heb ik hem goed verzorgd en kreeg ik hulp van de werkmensen die de straat open aan het scheppen waren. En daar kwam die eerste zin op. Ze zagen iemand in nood en hielpen, want daarvoor, toen we er langs wilden, waren ze helemaal niet zo behulpzaam en gingen ze gewoon door met scheppen.
Maar terug naar de chauffeur, die moest gehecht, dus naar een huisarts en daar werden we keurig en snel geholpen. De taxicentrale gebeld en die hebben de rit voor ons opgelost. Dus een ochtend zonder cliënten. Vanmiddag gaan we het goed maken en gaan we ze weer van hun dagcentrum naar huis brengen.
Ik voel(de) me schuldig naar de chauffeur toe, maar gelukkig is hij niet boos, maar zelfs erg blij met me omdat ik zo goed en resoluut hulp heb verleend. Dat is voor mij een hele opluchting. Vanmiddag hopelijk een ‘saaie’ middag zonder brokken.