Ongeloof, blijheid en boosheid…

Vanmorgen had ik zo weinig zin om te gaan werken. Al die negatieve weerberichten met de hele dag zware buien, maar ja je bent postbode… Eenmaal op de fiets (nog in de straat waar ik woon) zie ik een jongetje vol ongeloof naar me kijken en hij fluistert: ‘een postbode’. Ik zeg hoi tegen hem en fiets door en in contrast tot het zachte fluisteren roept hij daarna naar zijn vader: ‘Pappa, die postbode zei hoi tegen mij!’ In één klap was al mijn zin terug en ben ik met een grote glimlach aan het werk gegaan. En in tegenstelling tot de weerberichten heb ik het overgrote deel met een heerlijk zonnetje boven me kunnen lopen en dat hielp om die paar buien gewoon weg te lachen.

Terug thuis was er nog iets dat contrasterend was. Zo vol enthousiasme en blijheid het jongetje was mij te zien, zo bang heb ik andere mensen gemaakt. Ik stond in de keuken te werken aan een maaltijd om mijn onstilbare honger te verminderen toen ik mensen achter het pand zag lopen.

Dit is het uitzicht uit mijn keuken en de woningen rechts hebben geen achter, maar er is wel ruimte achterlangs. Ik zag een man en vrouw helemaal achterlangs gaan en ze niet snel terugkomen. Nou heeft echt niemand daar wat te zoeken, dus ik wilde ze daar weg hebben. Ik had geen idee van hun intenties, dus opgehoepeld. Je gaat niet zomaar over andermans terrein lopen en achter huizen langs. Dus als een speer ben ik naar boven gerend naar mijn toekomstige slaapkamer. Want daar kan ik door het raam achter die huizen kijken.

En ja hoor, daar stonden ze. Rechts achteraan (niet te zien op de foto, want zo snel was ik dan ook weer niet). Ze zaten aan een achtergelaten tafelblad dat daar staat en verder valt daar ook echt niets te doen of te zien, behalve ik die boos naar hen stond te kijken. En dat zagen ze… Eerst probeerden ze of even naar mij zwaaien hielp, maar ik zwaaide niet terug en schudde langzaam mijn hoofd. Het hielp, want ze dropen af. Misschien waren ze gewoon nieuwsgierig, niets mis mee, maar je hoeft niet al je gevoelens in te lossen. Ik vecht ondertussen ook al een uur weer tegen mijn hongergevoel. Er zijn grenzen.

Geef een reactie